De Franse schrijfster Colette staat opnieuw in de belangstelling, vooral dank zij de film Colette, waarin de rol van de vrouwelijke auteur vertolkt wordt door de immer raadselachtige Keira Knightley. Haar volledige naam was Gabrielle Colette. Ze huwde op jonge leeftijd en verhuisde naar Parijs, maar hoezeer ze ook genoot van het Parijse nachtleven met zijn decadente uitspattingen, op gezette tijden keerde ze terug naar het plattelandsleven in haar geboortedorp Saint-Sauveur-en-Puisaye. Ze is altijd blijven houden van de Bourgondische heuvels vol verdoken wegen waar ze met haar broers op avonturentocht ging en heeft zich nooit kunnen of willen losmaken van haar geboortehuis met haar vaders boeken en tijdschriften en haar moeders moes- en bloementuin. Herinneringen vormen de verhaalstof van Sido, een novelle genoemd naar de naam die haar vader gaf aan haar moeder, die eigenlijk Sidonie heette.
Uit deze enthousiaste en met vaart geschreven bladzijden waaien je de geuren en kleuren toe van een bloemenparadijs: het vingerhoedskruid, de lampionplant, de ooievaarsbek, de lobelia, de moerasspirea met wazige witte en roze pluimen gaven een tweede leven aan haar moeder, die het huishoudelijk werk plichtsgetrouw, maar node vervulde. Ook krijg je voeling met de diepe smart waaronder de vader, Jules-Joseph Colette, zijn leven lang gebukt ging. Tijdens een campagne van het Franse leger verloor hij een been. Hij werd gehuldigd, maar moest het leger verlaten. Pas na zijn dood kwam Colette tot het besef dat haar vader verbitterd was en dat verdriet jarenlang verstopt heeft achter flauwe moppen, schunnige anekdotes en ulevellenverzen. Ten slotte slaagt Colette er wonderwel in om terug in de ziel te kruipen van het meisje dat ze was: met de zo eigen zielenonrust van de tiener, ontredderd door de dingen die ze niet weet, geaffronteerd door de dingen die ze vervolgens te weten komt.
Colette, Sido. Vleugels, 2018, 77p. (Eerste Franse uitgave: 1930.)