‘Nu het huis waar ik mijn jeugd heb doorgebracht, verkocht is, wou ik het nog een laatste keer zien. Ik heb geen sleutel meer, dus ging ik langs achter en keek door het keukenraam. Ik zag de stoel waarop ons moe altijd zat, en werd gegrepen door de afwezigheid, de verlatenheid. Bij het zien van die lege stoel kreeg ik het onverwacht moeilijk…’ Ze zegt het bijna fluisterend, want ze is aangedaan.
‘En ik werd herinnerd aan de woorden van de dichter: “niet het snijden, maar het afgesneden zijn”. Die geven heel juist weer wat ik voel.’
Samen lezen we het gedicht van Maria Vasalis:
Zoveel soorten van verdriet,
ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo’n pijn,
maar het afgesneden zijn.
‘Sotto voce’ heet het gedicht. Met gedempte stem…