SPRING

 

 

Elk jaar wordt ze lang aangekondigd en nog langer verwacht. Officieel begint ze op 21 maart, maar dat is de waarheid van meteorologen, en die kennen er niets van, want om de lente tegen het lijf te lopen, moet je dichter zijn en verliefd. Plots is ze er, la prima vera, met haar lichtblauwe hemel en voorzichtig licht, met haar frisse adem en geurige luchten; de bot die – minnekozend – berst, het bonte tegenbeterwetenin van de krokussen, het tedergroen op de treurwilgen, het knalgeel van de forsythia’s, het blozende roos van de Japanse kerselaars, de brutale paardenbloemen die de perken te buiten gaan.

Lente is de tijd waarin de dagen aan lengte winnen, maar toch doet het woord, zoals het Engelse lent, teveel aan de vasten denken. Frühling is al wat opgewekter, maar geen enkel woord doet beter dan spring. Zoals die Limburgse cabaretier met het eeuwige lentegezicht in de taal van Shakespeare dichtte: The spring is here, the spring is there. De lente is een spring-in-‘t-veld, een lichthart, ze heeft iets dromerigs en ondoordachts, want vaak begint ze te vroeg en trapt ze op de eigen adem.

La prima vera: nergens is de lente valentijnser dan in Italië. Dansende jonge vrouwen in doorzichtige kleren met madeliefjes in het haar: alleen als je naam Sandro Botticelli is, kun je de lente schilderen – met evenveel kleur als klank. En nergens hoor je de merels kwinkeleren, de bijen zoemen, de wind briezen, nergens hoor je het allerbeginnendste begin ongerepter dan bij Antonio Vivaldi.

Elk jaar voltrekt zich het wonder en toch lijkt het elk jaar als was het voor het eerst. Misschien schuilt daar het mooiste geschenk: in de droom – hoe kortstondig ook – dat alles opnieuw mogelijk is…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.