NA DE LES

‘Mag ik het zo formuleren?’ zei ze, en ze keek me vanonder de sierlijke boog van haar bruine wenkbrauwen met haar mooie ogen aan. ‘Als je geen offer kunt brengen voor wat of wie je liefhebt, dan houdt het op.’ Voor mij stond een cursiste die de les van het afgelopen uur subliem samenvatte. Nooit schenkt het leraar-zijn meer vervulling dan wanneer je in veelvoud terugkrijgt wat je zelf voorzichtig aangeboden hebt. Eens te meer kon ik ervaren hoeveel waarheid de parabel van de zaaier bevat.

KERST 2024

Defenseless under the night

Our world in stupor lies;

Yet, dotted everywhere,

Ironic points of light

Flash out wherever the Just

Exchange their messages:

May I, composed like them

Of Eros and of dust,

Beleaguered by the same

Negation and despair,

Show an affirming flame.

Weerloos onder de nacht

Ligt onze wereld uitgeteld;

Maar overal verstrooid

Flitst er ironisch licht

Waar de Rechtvaardigen

Boodschappen uitwisselen:

Moge ik, zoals zij gemaakt

Van Eros en van stof,

Belegerd door dezelfde

Ontkenning en wanhoop,

Met een vurig ja komen.

Uit: W.H. Auden, ‘1 september 1939’.

DE KEIZER VAN HERENTALS

Als ik het nieuws verneem dat Rik Van Looy overleden is, word ik bestormd door jeugdherinneringen. Aan babbels met mijn vader over de koers, over Sylvère Maes en Marcel Kint, over Briek Schotte en Stan Ockers, over Rik I en Rik II. Aan de eerste tv-uitzendingen, zogezegd in zwart-wit, maar feitelijk in grijs-groen: Van Looy wint na een machtige sprint in wat toen Karl-Marx-Stadt heette. Op mijn slaapkamer een poster van Rik in de trui van wereldkampioen met een flesje Looza. Nadien het verraad van Ronse! Maar Rik wint het Criterium van Aalst in een sprint met Eddy Merckx.

Vele jaren later in een interview met Michel Wuyts: ‘Rik, hoe rij je het best over de kasseien van Roubaix?’ Het heerlijk Kempense antwoord: ‘Zoe rap meugelijk, hé Michel, zoe rap meugelijk.’

Nog vele jaren later ga ik met mijn Kempense vrouw naar de markt van Herentals. Daar staat het standbeeld, fier rechtop, de Keizer van Herentals. Zonder fiets weliswaar. Alsof hij naar de koers komt kijken, als een gewone sterveling.

O REMUS

Krijg ik voor mijn zeventigste verjaardag een filmpje, waarin de kleine Remus, die volgende week twee jaar wordt en zijn eerste woordjes leert, plots ‘Opadirk’ zegt, met een nauwelijks hoorbare ‘r’, die als het ware maar één keer trilt. En zijn mama, die het filmpje maakt, ik hoor haar gniffelen, vragend aankijkt: ‘Is het goed zo?’

Ja, het is goed, ventje, het is méér dan goed. Het is het mooiste verjaardagsgeschenk.

EIND NOVEMBER

Twee konijnen verpozen zonder vrees in het grasveld. Nauwelijks verstopt door de vaalgele blaadjes van de ligusterhaag tsjilpen mussen. Zacht glimmen de abelen in het winterlicht. Traag trekt een reiger over de vijver die het grijsgroene water als een sieraad draagt. Onder het blauwe uitspansel van de weidse hemel spreidt de korte winterdag zijn gastvrijheid ten toon.

SMALL THINGS LIKE THESE

Small Things like These is een film die beklijft. In de ogenschijnlijke eenvoud schuilt een verscheidenheid aan verhaallijnen: er is de aanklacht tegen de Magdalene Laundries, door nonnenkloosters bestierde tuchthuizen waarin zogenaamd ‘gevallen’ en ‘zondige’ vrouwen opgesloten werden en aan het werk gezet; er is de vraag hoe lang je kunt wegkijken van maatschappelijk georganiseerd onrecht; er is de ervaring van een man die uit een levenslange ingetogen rouw de schokkende kracht put om het kerkelijk bestel uit te dagen. Cillian Murphy, die een Oscar kreeg voor zijn rol als Oppenheimer in de gelijknamige film, zet een aangrijpende acteerprestatie neer en is – zoals De Morgen verkondigt – opnieuw Oscar-kandidaat. Hij is William Furlong, een kolenhandelaar, die in zijn ziel een jarenlange pijn draagt, en nu hij in aanraking komt met het schrijnend verdriet van jonge meisjes, zich verzet.

BRR

De krant is de laatste dagen snel doorgenomen. IJverig op zoek naar iets wat ik graag wil lezen, ben ik na jaren opnieuw bij Garfield beland – om vast te stellen dat de voorspelbaarheid ervan nog altijd even eentonig is. Vandaag heb ik uit arren moede zelfs het artikel over de Rode Duivels gelezen – ja, wat moet je anders? Slechtste match ooit, meen ik begrepen te hebben. Op den duur zou ik zelfs verlangen naar de betweterij van Mia Doornaert. Tectonic en Sudoku – dat blijven vaste posten. Maar voor het overige? Die zogenaamde heren in maatpak en met een pet – brr.

GLOED — Sandor Marai

Waarom zou je een boek twee keer lezen? Hieronder het antwoord van Gloed.

‘Het kasteel sloot alles in zich op, als een grote, rijkelijk bewerkte stenen grafkelder… Het sloot ook de stilte op, en de herinneringen die in de geheime holten van de kamers sluimerden, zoals paddenstoelen, vocht, vleermuizen, ratten en kevers in de vochtige kruipruimten van zeer oude huizen. Op de deurkrukken kon men de trilling van een hand voelen, de opwinding van een lang vervlogen ogenblik, toen de hand aarzelde om deze deur te openen. Ieder huis waar mensen door de volle kracht van passie zijn beroerd, vult zich met deze vage inhoud.’

‘Op een dag moeten we degene verliezen van wie we houden. Wie dat niet verdraagt, moet maar bezwijken, want hij is geen heel mens.’

‘Details zijn soms belangrijk. Ze houden het geheel bij elkaar, ze zijn een soort kleefstof voor het materiaal van de herinneringen.’

‘Wat is een vriendschap waard waarbij we alleen van de deugden, de trouw en de standvastigheid van de ander houden?’

‘We moeten erin berusten dat we zus of zo zijn, en wanneer we dat doen, moeten we weten dat we daarvoor van het leven geen compliment krijgen. We moeten ons karakter, onze geaardheid verdragen, met onze fouten, ons egoïsme en onze hebzucht, waaraan ervaring noch inzicht iets kunnen veranderen. We moeten verdragen dat degenen van wie we houden niet van ons houden of niet op de manier die we hopen. We moeten voortreffelijkheid in karakter of verstandelijke vermogens van een ander mens verdragen.’

‘Ik besef niet dat iemand die zo krampachtig alles aan de ander wil vertellen, misschien juist met die onvoorwaardelijke eerlijkheid over alles spreekt om niet te hoeven spreken over iets wat belangrijk en essentieel is.’

‘Want de dingen overkomen ons niet alleen maar. De mens doet het ook zelf, wat hem overkomt.’

De letterlijke vertaling van de Hongaarse titel is: De kaarsen branden.

(Sandor Marai, Gloed. Wereldbibliotheek, 2000, 156p.)

HERFSTGESPREK

We rijden met de auto langs de vest en wijzen elkaar de bomen aan en het najaarslicht.

‘Opa, weet je wat ik zo mooi vind in de herfst: de gele en de rode en de oranje blaren…’

‘Ja, mooi, hé’

‘Weet je wat mijn lievelingskleur is?… Oranje!’

‘Ja, echt? Mijn lievelingskleur is blauw.’

‘Zijn er ook blaren die blauw worden?’

‘Nee, dat denk ik niet.’

‘Dat zou ik wel leuk vinden: blaren die blauw worden…’