Meester Breugel,

Het is haast niet te geloven dat u 450 jaar geleden van ons heengegaan bent. Uw doeken lijken in het afgelopen decennium geschilderd.

De val van Icarus of hoe de wereld geen acht slaat op een catastrofale gebeurtenis –

Dulle Griet of hoe alles verwoestende en niets ontziende terreur van geen ophouden weet –

De parabel der blinden of hoe we eendrachtig de sloot in sukkelen, onze ondergang tegemoet.

Er is ook wel wat veranderd. U leefde in wat de kleine ijstijd is gaan heten. Nu maken we een klimaatopwarming mee. We kijken met een mengeling van verwondering en nostalgie naar uw prachtige winterlandschappen en ijsschaatstaferelen. En ja, De kinderspelen, ik moet u zeggen: kinderen spelen zo niet meer, en zeker niet buiten, ze zitten binnen en vergapen zich aan wat het best kan worden omschreven als een lichtbuis.

Sommigen hebben van u een vrolijke kwast gemaakt, bijna een lolbroek. Excuus daarvoor. Ze zien uw verontwaardigde treurnis niet. Maar u weet dat mensen het moeilijk hebben om iets naar behoren te beoordelen en zich graag gedachteloos vermaken. Velen hebben schijt aan de wereld, zoals u meer dan eens hebt uitgebeeld.

Tot slot: het kerkje in Pede staat er nog altijd.

 

Met hoogachting

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.