ZIJDE — ALESSANDRO BARICCO

Met Zijde put Alessandro Baricco uit de rijke geschiedenis van de Franse zijde-industrie. In het begin van de jaren zestig van de negentiende eeuw worden de uit Klein-Azië geïmporteerde zijderupsen door een onverklaarbare ziekte getroffen. De Franse regering stuurt een veelbelovende wetenschapper voor onderzoek naar de Cévennes in Zuid-Frankrijk; zijn naam: Louis Pasteur. De afloop van deze handelscrisis is het vertrekpunt van Baricco’s vertelling.

Het hoofdpersonage van zijn novelle, Hervé Joncour, besluit om in Japan zijderupsen te gaan kopen. Dat land heeft na eeuwen afzondering zijn havens eindelijk geopend voor uit Europa en Amerika afkomstige stoomschepen. Daar, aan het einde van de wereld, raakt Joncour in de ban van een in schitterende zijden stoffen geklede vrouw: hij wordt gefascineerd door haar intens kijkende ogen, vooral omdat ze geen oosterse vorm hebben. Het lukt die vrouw, met wie hij nooit een woord wisselt, om hem stiekem een briefje in de handen te stoppen waarop in Japanse schrifttekens geschreven staat: “Kom terug, of ik ga dood.” Deze zin, tegelijk smeekbede en dreiging, laat hem niet meer los en echoot met de zin van zijn echtgenote, die hem met haar prachtige stem bezweert, wanneer hij zich in oktober, elk jaar opnieuw, klaar maakt om naar Japan te vertrekken: “Beloof me dat je zult terugkeren.” Tussen de Japanse vrouw met de onvergetelijke ogen en Joncour en diens echtgenote, Hélène, wordt een soort droevige dans opgevoerd, geritmeerd door het jaarlijks groeiende besef dat het moeilijk is om weerstand te bieden aan de verleiding om terug te keren.

Zijde ademt een geheimzinnige bekoring die door de fraaie vormgeving van de uitgave nog verhoogd wordt. Het verhaal baadt in een subtiele zintuiglijkheid die bovenal de tastzin huldigt – “alsof je het niets tussen je vingers hebt,” zo voelt zijde – en culmineert in een van de meest erotisch-opwindende brieven ooit geschreven. Het wordt gedreven door een verlangen, even overweldigend als onbegrijpelijk, even dodelijk als onvervuld, en een heimwee naar wat het leven nooit te bieden heeft. De nauwgezette taal draagt daar grotendeels toe bij; elk woord lijkt geïnspireerd door de verplichting om gedenkwaardig te klinken. Baricco is een meester van de vergelijking: de Japanse ideogrammen worden vergeleken met “pootafdrukken van kleine vogeltjes”, het schrift met “as van een verbrande stem”.

Zijde is een wondermooi kleinood. Wie het leest, zal het herlezen.

 

 

Alessandro Baricco, Zijde. Breda, Uitgeverij De Geus, 1997, 120p.

One thought on “ZIJDE — ALESSANDRO BARICCO

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.