WETENSCHAPPELIJK VERANTWOORD

Hebben we echt door de universiteiten ontwikkelde wetenschappelijke modellen nodig om ons te vertellen dat we de bootvluchtelingen op de Middellandse Zee moeten redden? Omdat die reddingsacties geen aanzuigeffect hebben.

Is het niet onze verdomde plicht om die medemensen te redden?

Wat zouden we doen als die modellen zouden aantonen dat de reddingsacties wel een aanzuigeffect hebben? De vluchtelingen laten stikken? Van de Middellandse Zee werkelijk een massagraf maken? Want het is wetenschappelijk verantwoord?

NOT MANY COMPARE TO HER

Ze zag, hoorde, voelde het onrecht met heel haar wezen. En ze trok van leer tegen het patriarchaat, tegen genderclichés, tegen racisme, tegen kindermisbruik in de kerk, tegen het verbod op abortus. Ze bevocht het met woorden, met haar weergaloze stem. Fight the real enemy, zei ze uitdagend, toen ze de foto kapot scheurde. Maar velen waren het erover eens: ze overdrijft. (Die velen, die doen alsof ze de paus eren, te kerke gaan, tot God bidden, in Jezus Christus geloven.) Nog altijd wordt ze in de media getypeerd als ‘de rebel die aan haar eigen demonen ten onderging’. Een laatste ezelstamp om de ontzielde rust van de velen niet te storen.    

OPPENHEIMER

We zoeken wel eens naar iconische gebeurtenissen die het lot van de westerse beschaving samenvatten, en we verwijzen dan naar de nacht van 14 op 15 april 1912, als het tot dan toe grootste schip ooit met de passende naam Titanic zinkt, vijf dagen, nadat het onder het motto ‘Unsinkable’ aan zijn eerste transatlantische reis begon. Veelbeduidend voegen we eraan toe dat het orkest bleef spelen… (Over het alle verbeelding tartende vervolg met de onderzeeër die zich met dezelfde mythische naam tooide en zijn tocht naar de meer dan honderd jaar geleden gezonken oceaanreus niet overleefde, wil ik het niet hebben.) Als we zoeken naar iconische personen, wie komt dan meer in aanmerking dan Julius Robert Oppenheimer? Wie incarneert op een meer pregnante manier de onontwarbare dubbelzinnigheid van de hedendaagse westerse beschaving? Wie representeert op een meer pregnante manier de waanzinnige superioriteit die het Westen zich aanmeet en die het als een boemerang in zijn gezicht terugkrijgt?

Het onmiskenbare genie dat trots was op zijn prestatie, omdat hij verwezenlijkt had wat bijna niemand voor mogelijk hield: de productie van de atoombom. Dat de grenzen van de wetenschappen verlegde en intussen niet kon inschatten wat deze grensverlegging zou betekenen voor de wereld van de mensen en de menselijke aangelegenheden.

Een wetenschappelijk programma dat in gang gezet werd om nazi-Duitsland te verslaan, maar voltooid werd, nadat nazi-Duitsland verslagen was, en dan maar ingezet werd om Japan op de knieën te krijgen.

De atoombom die niet enkel als afschrikking mocht dienen, maar moest gebruikt worden, en nadien niet meer mocht gebruikt worden en enkel als afschrikking mocht dienen.

En dan het excuus: ‘We waren aan het eind van 5 jaar oorlog, we waren uitgeput en we hadden tijd noch zin in morele overwegingen.’ Alsof die zogenaamde verontschuldiging niet het complete debacle van een beschaving verwoordt.

De wetenschappen zijn het paradepaardje van de westerse beschaving. Wat zegt het over die beschaving als een van de grootste wetenschappers ooit na zijn ontdekking moet besluiten: ‘Now I have become the destroyer of worlds’?

AFSCHEID VAN MILAN KUNDERA

Basso ostinato in het oeuvre van Milan Kundera is de gedachte dat een totalitair bestel niet in staat is om te lachen. Wie binnen een totalitair systeem leeft, zowel heersers als onderdanen, heeft het vermogen om te lachen verloren of afgezworen. Met een woord dat hij ontleent aan de zestiende-eeuwse romanschrijver en humanist François Rabelais, noemt Kundera ze ‘agelasten’: van ‘gelaô’, Grieks voor ‘lachen’. Het totalitarisme bant de lach, omdat het de fundamentele relativiteit van de menselijke aangelegenheden niet verdraagt. Het dweept met de gedachteloosheid van absolute, vaststaande ideeën. Daarom heeft het volgens Kundera ook de oorlog verklaard aan de roman, die de kunst is van het onzekere en het paradoxale , ontstaan in een ruimte waarbinnen niemand de waarheid in pacht heeft.

AFSCHEID VAN PASCAL MERCIER

Nu moeten we afscheid nemen van Pascal Mercier. Of Nachttrein naar Lissabon echt een magistrale roman is, betwijfel ik. Maar er staan wel prachtige dingen in. Bijvoorbeeld over afscheid.

Want dat is de zin van afscheid in de volle, doorslaggevende betekenis van het woord: dat twee mensen, voordat ze uit elkaar gaan, zich tegenover elkaar uitspreken hoe ze elkaar hebben gezien en beleefd. Over wat er tussen hen is gelukt en wat er is mislukt. Daar is moed voor nodig: je moet de pijn over de dissonanties kunnen verdragen. Het gaat erom ook de dingen te erkennen die onmogelijk waren.

DE APOSTAAT

Opvoeden heeft altijd iets paradoxaals. Doe zoals ik, zegt de opvoeder, word jezelf. Volg mij niet, zoek je eigen pad.

Deze valstrik tekent de opvoeding, want het is onmogelijk om aan het gebod ‘volg mij niet’ te gehoorzamen. Immers: hoe gehoorzaam je? Door te volgen of door niet te volgen? En wat doe je als je niet volgt?

Dezelfde paradox tekent het leren. Een goede leerling beloont de leraar niet door zijn woorden letterlijk te herhalen of zijn gedachten intact over te nemen. Een goede leerling volgt de leraar, maar zijn trouw is niet vrij van ongehoorzaamheid. Hij zoekt zijn eigen weg. Een goede leerling is tegelijk trouw en ontrouw. Hij heeft altijd iets van een apostaat, een afvallige. Zijn volgzaamheid is nooit vrij van ketterij.

ON THE ROAD

We hebben gelezen dat de mythische Route 66, die Amerika doorkruist, een bescheiden tegenhanger heeft in de Engelse A 303, die ergens onder Londen begint, niet te ver van Basingstoke, en naar het westen loopt, tot in Devon. Gezapig zeilen we door het golvende, zonovergoten landschap met zijn eindeloze velden en prachtige bomen. Onze reislust krijgt vleugels aangeboden door de jukebox van het geheugen. We zingen het stoere Like a rolling stone, het al te melige Country roads, en het poëtische Be sure to wear some flowers in your hair. We overwegen even om ons aan te sluiten bij de hippies die in de buurt van Stonehenge kamperen. Maar tussen droom en drugs staan – je weet wel – wetten in de weg, en – misschien meer nog – praktische bezwaren. Niemand anders dan Lou Reed helpt ons op weg: Just a perfect day, And when it gets dark we go home.

DE KASTANJE

Op een pleintje met kasseistenen staat een huizenhoge kastanjelaar uitgedost met witte meibloesems. Hij lijkt een monumentale kandelaar die met feestelijke kaarsen hulde brengt aan het desondanks, aan wat alle onheilsprofetieën ten spijt stand houdt. Zoals kaarsen op stille plaatsen een gedenkteken zijn en ons herinneren aan het onzegbare dat ons aanbelangt: dat het beloofde op komst is, dat er troost is voor het onverdraaglijke.

DERTIGERS

Dertigers zijn ze. In verschillende formaties, gekoppeld of alleen, met of zonder kinderen. Ze zijn blij elkaar nog eens te zien, ze klinken en drinken mimosa – een weerzien bij een gezellige brunch. Gaandeweg neemt hun spreken een andere toonaard aan: de ruis van een eerste falen, het besef dat volharding alleen niet volstaat, dat ook het vurig gewenste kan mislukken en plannen wel eens gedwarsboomd worden. Maar in hun zwijgen verbergt zich ook de kalme vastberadenheid die bereid is te blijven zoeken. Dertigers zijn ze. Ze omhelzen moeder, want ze weten dat die ook zulke jaren heeft meegemaakt.