LUCA

Een century, een long pot, een safety shot, de baulk area, een snooker, de cue action, een one four seven, de break off, een plant, een shot to nothing – Luca Brecel daagt niet alleen zijn tegenstanders uit, maar ook de Nederlandse taal. (We vinden het zo gemakkelijk om die Engelse woorden over te nemen en lijken intussen te vergeten dat het Engels wel eigen woorden gevonden heeft om het spel te beschrijven.)

Ik kijk graag, omdat het spel zo een virtuoze nauwkeurigheid vereist, omdat het uitzonderlijk fair gespeeld wordt en omdat het – grappig genoeg – genoemd is naar die positie in het spel waarbij de witte speelbal geblokkeerd ligt. Het spel is genoemd naar die mogelijkheid in het spel die het spel doodlegt. Britse humor?

HELGA

Ze is van Duitsen bloede. Elk Pruisisch militarisme is haar weliswaar vreemd, maar toch loopt ze hier in de Zegelaan triomfantelijk rond. Niet zoals Caesar ‘Veni, vidi…’, maar als een huisvrouw die de zegen van het thuis zijn aan den lijve ondervindt. Als ze in onze voortuin komt paraderen, jagen we ze niet weg, want ze is de lieveling van onze overbuurvrouw. Koningsberger is haar ras. Haar naam ontleent ze aan de vrouw van de zegerijke Viking Hagar. Heel lekkere eieren legt ze, meer dan 200 per jaar, wit-beige van kleur. Onze Helga.

HET COMMUNISTISCH MANIFEST

KARL MARX & FRIEDRICH ENGELS

Er is een nieuwe vertaling verschenen van Het communistisch manifest, het bevlogen schotschrift van de kameraden Karl Marx en Friedrich Engels. In deze tijden van sociale onrust, van gele hesjes, van stakingen en betogingen over pensioenhervormingen heb ik het opnieuw gelezen en me opnieuw laten meeslepen door het krachtige betoog met zijn boude analyse van de opkomende kapitalistische grootindustrie. Niets is zo gemakkelijk als dit boekje in de papierversnipperaar droppen met een verwijzing naar de in naam van het communisme gepleegde misdaden of naar door de tijd achterhaalde voorspellingen omtrent het einde van het kapitalisme. Maar wie het leest – als het ware met ogen van 1848 – kan enkel bekoord worden door de begeester(en)de toon die literaire stijl, vrijheid van spreken, helder inzicht en revolutionaire taal combineert.

Verrassend is het om vast te stellen welk dubbelzinnig oordeel de auteurs vellen over de bourgeoisie. Ze hebben het over de hoogst revolutionaire rol die de bourgeoisie gespeeld heeft. Zij heeft de bont geschakeerde feodale banden die de mens verbonden aan wie van nature boven hem stond, onbarmhartig  verscheurd; zij heeft de heilige huivering van de vrome dweperij en van de kleinsteedse weemoed weggeveegd; zij heeft een einde gemaakt aan de met religieuze en politieke illusies verhulde uitbuiting. We kunnen die evolutie toejuichen, tot we beseffen dat de feodale banden vervangen zijn door het naakte belang en dat de enige band tussen mens en mens nu bestaat uit de contante betaling, en tot we beseffen dat de heilige huivering heeft plaats gemaakt voor egoïstische berekening en dat de uitbuiting niet langer verhuld gebeurt, maar schaamteloos, openlijk en brutaal.

Even verrassend is het om vast te stellen dat het kapitalisme volgens de auteurs geleid heeft tot het ontstaan van een wereldmarkt, dat de bourgeoisie de nationale basis van de industrie heeft onderuitgehaald. Daar liggen de fundamenten van wat wij nu de globalisering of mondialisering noemen.

Ze ronden hun verrassend accurate analyse af met de stelling dat de bourgeoisie de controle verloren heeft over de krachten die ze heeft ontketend, dat ze niet alleen de grootindustrie heeft geproduceerd, maar ook haar eigen doodgravers – in de vorm van het proletariaat. Wat rest, aldus Marx en Engels, is een opeenvolging van crisissen. Wie zal dat laatste tegenspreken?

Ja, het communisme is een spook dat rondwaart. En dat ook altijd terugkeert, zoals het Franse en het Engelse woord revenant aangeeft. Het spookt in onze ziel, die het bezet met het unheimliche gevoel dat een meer rechtvaardige wereld mogelijk is.

Karl Marx & Friedrich Engels, Het communistisch manifest. EPO, 2023, 115p. (Met een woord vooraf door Peter Mertens, algemeen secretaris van de PVDA.)

DE VRIJE GAVE

Hoe arm is onze rijke wereld geworden!

Getekend door de ideologie van het kapitalisme hebben we geen voeling meer met wat het betekent om iets te geven. Je bewijst iemand een dienst omdat je op een wederdienst rekent, of omdat je ervan uitgaat dat je zal worden vergoed. Succes geef je niet weg, tenzij om later zelf meer succes te boeken. Do ut des.

Dat je een ploegmaat de overwinning zou gunnen, tart elk inlevingsvermogen. Daar kun je later alleen maar spijt van krijgen.

Vriendschap en in vriendschap geboren vrijgevigheid – neen, daar doen wij niet aan.

ZWIJGEN IS GOUD?

Het onvoorwaardelijk geloof in het oude gezegde ‘Spreken is zilver, zwijgen is goud’ is getaand. De maatschappelijke schade wordt opgemeten: omerta over dopinggebruik in de sport, over kindermisbruik, over partnergeweld in het huwelijk, enzovoort. Maar in de roman Dagen in de geschiedenis van stilte kaart Merethe Lindstrøm een ander probleem aan. Hoe mensen die er niet toekomen om pijnlijke ervaringen te delen, stikken in het ongezegde. Hoe ze wegzakken in de bodemloosheid van hun onvermogen om woorden te vinden voor een gebeurtenis die hen ten diepste getekend heeft. Ze vervreemden niet alleen van hun medemensen, maar ze raken ook zichzelf kwijt in de zelf gebouwde gevangenis van een redeloos zwijgen.

BAKHMUT

‘Bakhmut holds.’ Die boodschap horen we nu al dagen. Maar wat betekent ze? Dat de Oekraïners dapper stand houden? Dat wij ze niet in de steek mogen laten?

Of betekent ze dat de Oekraïners en de Russen hoe langer hoe meer op elkaar lijken? Dat een gewelddadige, niets ontziende oorlog de zogenaamde tegenstellingen uitveegt en de tegenstanders homogeniseert? Dat in totalitaire oorlogen de zogenaamde vijanden verwisselbaar zijn? Dat oorlogen de zogenaamde vijanden reduceren tot bondgenoten in het kwaad?

Daarom prevel ik dagelijks de woorden van Leo Vroman:

Kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen,
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen.

CATASTROFES

Najaar 1965, Sint Jozefscollege Aalst. Een missionaris jezuïet vertelt aan ons, jongens van het zesde leerjaar, over de inwoners van Angola en Congo, de voormalige Belgische kolonie. Hij eindigt zijn bevlogen verhaal met de vurige oproep: ‘Wij moeten die mensen helpen. Niet uit naastenliefde, maar uit eigenliefde, want ze zullen allemaal komen.’ Profetische woorden. De migrantenstroom is meer dan een halve eeuw geleden voorspeld. Maar zijn we voorbereid?

Zomer 1972. In de Aula-reeks een boekje met als titel Rapport van de Club van Rome. Het is een vertaling van The Limits to Growth, waarin onderzoekers van het befaamde MIT de klimaatverandering voorspellen.

Iets gelijkaardigs kan nu gezegd worden over de aardbeving in Turkije en Syrië. Blijkbaar werden de gevolgen van een mogelijke aardbeving tot in de puntjes voorspeld. Altijd opnieuw doen we alsof catastrofes ons als een anoniem noodlot van buitenaf overvallen, alsof we pech hebben. Maar in feite organiseren we onze eigen misère.

Waaraan ligt dat? Gemakzucht? Winstbejag? Of hebben wij een soort kennis ontwikkeld die ons belet om tot actie over te gaan? Een kennis waarbij we er niet in slagen om de  objectieve vaststelling om te zetten in subjectieve betrokkenheid. Wanneer gaan we ons realiseren dat we verwikkeld zijn in wat ons overkomt?

AFTERSUN

Het onachterhaalbare van het verleden lijkt vandaag te worden gelogenstraft door het beeldmateriaal waarover we beschikken: foto’s, video’s, films. Het lijkt alsof we het verleden kunnen bewaren en herbeleven. Maar wat zien we nu als we naar films van twintig jaar geleden kijken? En leveren die levendige herinneringen ons een nieuw inzicht op? Tonen ze iets wat ons vroeger ontgaan is?

In de film Aftersun merkt de kijker hoe het hoofdpersonage als volwassen vrouw terugkijkt naar de video-opnames die jaren geleden door haar en haar vader gemaakt werden tijdens een reis naar Turkije. Je ziet hoe ze als elfjarig meisje een hechte band had met haar vader, maar de volwassen kijker merkt nog beter dan zijzelf de kwetsuren van de vader op .

Vader Calum maant dochter Sophie regelmatig aan om zich met aftersun in te smeren. Maar wat de filmopnames niet tonen, is hoe we onze ziel kunnen beschermen als die zich te kwetsbaar opstelt en nauwelijks bestand is tegen de zonnebrand van het leven.

2 FEBRUARI 2023

De mallemolen van de geschiedenis belast elke nieuwe datum met een herhaling.

Op 2 februari viert de katholieke kerk het feest van Maria Lichtmis: de reiniging van Maria als vrouw veertig dagen na de bevalling en na de geboorte van Jezus.

De universiteit van Leuven heeft van die dag haar patroonsfeest gemaakt: met de toekenning van prestigieuze eredoctoraten.

In 1943 eindigt op 2 februari de slag om Stalingrad. Het Duitse 6de Leger, aangevoerd door maarschalk Friedrich Paulus, wordt verslagen en geeft zich over. De Tweede Wereldoorlog is op een keerpunt beland.

En wij? Wij zoeken een onderkomen in de oude spreuk: ‘Geen vrouwtje zo arm of ze maakt met Lichtmis haar pannetje warm.’ A met licht-, ik met donkerbruine suiker.

GEDICHTENDAG 2023

Tijd – het is vreemd, het is vreemd mooi ook

nooit te zullen weten wat het is

en toch, hoeveel van wat er in ons leeft is ouder

dan wij, hoeveel daarvan zal ons overleven

zoals een pasgeboren kind kijkt alsof het kijkt

naar iets in zichzelf, iets ziet daar

wat het meekreeg

zoals Rembrandt kijkt op de laatste portretten

van zichzelf alsof hij ziet waar hij heengaat

een verte voorbij onze ogen

het is vreemd maar ook vreemd mooi te bedenken

dat ooit niemand meer zal weten

dat we hebben geleefd

te bedenken hoe nu we leven, hoe hier

maar ook hoe niets ons leven zou zijn zonder

de echo’s van de onbekende diepten in ons hoofd

niet de tijd gaat voorbij, maar jij, en ik

buiten onze gedachten is geen tijd

we stonden deze zomer op de rand van een dal

om ons heen alleen wind

Rutger Kopland, Over het verlangen naar een sigaret